Beuk


       My Passion for Trees                   

                   

© Copyright Hanneke de Bruijn

De Beuk.

De beuk is een majestueuze boom die koninklijkheid uitstraalt met zijn gladde bast en zijn lanen die een kathedraal lijken. Als je onder een Monumentale Beuk staat voel je beschermd door de bladeren parasol om je heen, waar het zonlicht mooi door heen schijnt en alles in een groen waas veranderd, betoverd. Vooral in het voorjaar is het een feest. Teder groen.


Het zijn majestueuze bomen.

De Beuk. (Fagus sylvatica)

De beuk (Fagus sylvatica) is een loofboom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae). Het is een van nature in Europa voorkomende boom. De soort aanduiding sylvatica is afgeleid van 'silva' (= bos). Het is een boom die een hoogte kan bereiken van 49 meter. En een stam van minimaal 3 meter in diameter. Doorgaans word de boom 25 tot 35 meter hoog. En een stam van 1,5 meter in diameter. Een jonge boom van 10 jaar oud kan snel 4 meter worden. De Beuk kan een leeftijd bereiken van 150 tot 300 jaar. Uitzonderingen daar gelaten. De stam is glad en grijs.


Het blad is veer nervig, licht gegolfd en licht glanzend. De verschijning's vormen variëren al naar gelang zijn habitat standplaats; in bos gebied, neigt de beuk om een lange, slanke lichtgrijze boomstam met een smalle kroon en rechte takken te hebben, Solitair met licht aan alle kanten, heeft de beuk een korte stam en vele zijtakken tot de grond om zijn gevoelige bast tegen zonlicht te beschermen. Verder een wijd uitgespreide kroon met zeer lange takken. De bladeren zijn afwisselend, eenvoudig, en volledig of met een lichtjes getand marge, 5-10 cm lang en 3-7 cm breed, met 6-7 aders aan elke kant van het blad. Wanneer getand, is er één punt bij elk ader uiteinde, nooit er tussen. De knoppen zijn lang en slank 15-30 mm lang en 2-3 mm dik maar dikker, (tot 4-5 mm) wanneer de knoppen bloemknoppen bevatten. De Beuk begint pas te bloeien wanneer het tussen 30-80 jaar oud is. De bloemen zijn kleine bloem trossen (genaamd: katjes) die kort na de bladeren in de lente verschijnen. De zaden, genoemd beukennootjes, zijn kleine driehoekige noten 15-20 mm lang en 7-10 mm breed bij de basis. De beukennootjes worden omsloten door een napje, dat gevormd wordt uit de vruchtbladen en de schutbladen. In elk napje zitten twee nootjes. Als de nootjes rijp zijn opent het napje in vier delen en vallen de beukennootjes op de grond. Ze rijpen inde herfst 5-6 maanden na bestuiving. De productie van de bloemen en van de noten is bijzonder overvloedig in jaren na de hete, zonnige en droge zomer. De noten zijn een belangrijk voedsel bron voor vogels, knaagdieren en in de verleden ook mensen, nu geen basis voedsel meer voor de mens. De Noten bevatten tannine en zijn licht giftig voor de mens indien ze in grote hoeveelheden gegeten worden. In de 19de eeuw werden in Engeland de noten geperst om een olie te verkrijgen die gebruikt werd voor lampen en voor het koken. Zij werden ook gemalen om bloem te maken, die kan worden gegeten nadat de tannine er uitgeloogd werd door te weken. De plant is eenhuizig; er zijn dus mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde boom. De knoppen zijn langwerpig en bestaan uit schubben. De bestuiving vindt plaats door de wind. De beuk kan goed tegen schaduw en is een climax soort. Jonge beuken behouden hun afgestorven blad tot eind april (om hun gevoelige bast te beschermen) wanneer het nieuwe blad uitloopt. Daarom zijn ze bijzonder geschikt voor een dichte, hoge haag.


De beuk gedijt goed op vochthoudende, goed doorlatende, kalkrijke, leemhoudende bodem. Hij verdraagt hoge waterstanden of droge zandgronden niet. Het blad van de beuk dat in de lente ontluikt wordt teweeggebracht door een combinatie van dag lengte en temperatuur. Het uitkomen van het blad elk jaar is halverwege April en het begin van Mei, vaak met opmerkelijke precisie (binnen een paar dagen). Het uitkomen van het blad is nauwkeuriger in het noorden van zijn verspreiding dan het zuiden, en meer bij 600 m dan bij zeeniveau.


Een beukenbos is zeer donker daar waar de zon nauwelijks de grond bereikt en weinig planten kunnen daar overleven, De jonge beuken verkiezen wat schaduw en kunnen slecht in volledig zonlicht groeien. In een gekapt bos zal een Beuk ontkiemen en dan sterven aan extreme droogte. Onder eiken met hun spaarzame blad dekking zal de beuk snel de eik in halen in hoogte, wegens de dichte gebladerte van de beuk, zal de eik (en ander planten) sterven aan gebrek aan zonlicht. Ook het looizuurrijke blad zal kruidachtige begroeiing tegengaan. Het wortel systeem is ondiep, oppervlakkig zelfs, met grote wortels die uit in alle richtingen uitgroeien. De Beuk vormt ectomycorrhizas met een waaier van paddenstoelen met inbegrip van leden van de soorten Ammaniet, Boleet, Cantharellen, Hebeloma en Lactarius; deze paddenstoelen zijn belangrijk in het verbeteren van het opnemen van water en nutriënten uit de grond.


Voor een goede huishouding voor de beuk mogen het klimaat en de temperaturen variëren, maar de moet vochtigheid constant zijn. Weinig wordt vereist van de grond mits het goed wordt afgevoerd. Niettemin heeft de Beuk zijn eisen van grond type, verscheidene significante vereisten: een vochtige atmosfeer (regen, die goed door het jaar wordt verdeeld en frequent mist) en goed afgevoerde grond (het kan geen stagnerend water aan). Het verkiest matig vruchtbare grond, met kalk of licht zuur rijk. Daarom groeit de beuk vaker op de kant van een heuvel dan op de bodem van een kleiachtig bassin. Het tolereert strenge de winterkoude, maar is gevoelig voor de voorjaar 's vorst. Geplante bomen groeien goed in het oceanisch klimaat van Noorwegen, en groeien zelfs tot het Noordelijke Trondheim.

 

Beuken worden veel in hagen geplant. Omdat de beuk in symbiose met een schimmel leeft, mogen de wortels van het plantgoed nooit schoon gespoeld worden en mag direct na het planten geen water gegeven worden.


De haagbeuk (Carpinus betulus)is geen familie van de beuk. Het blad is anders en de stam is karakteristiek gegolfd als hij volwassen is.


Sinds de vroege 19de eeuw zijn er een groot aantal sier cultivar´s van de Beuk geweest dat door tuinbouw vaak herhaaldelijk in hun selectie opnamen. Zij bevatten:

 

De Rode Beuk (Fagus sylvatica Purpurea Groep) – bladeren zijn paarsig/rood. Varen Beuk (Fagus sylvatica Heterophylla Groep) - de blad rand diep gezaagd, aan draad gelijkend. Dwerg Beuk (Fagus van sylvatica Tortuosa Groep) - distinctieve verdraaide boomstam en takken. Treur Beuk (Fagus sylvatica Pendula Groep) - hangende takken. Dawyck Beuk (Fagus sylvatica ' Dawyck') - fastigiate groei. Gouden Beuk (Fagus sylvatica ' Zlatia') - bladeren goud in de lente.


Het hout van de Beuk wordt gebruikt in de vervaardiging van talrijke voorwerpen en instrumenten. Zijn fijne en korte korrel maakt tot het een gemakkelijk hout om mee te werken, te kleuren (behalve zijn kernhout), te vernissen en te lijmen.


Bron o.a.:Wikipedia en gidsen


Hier onder kan je de verhalen van mij lezen.

Fagus sylvatica


Sonsbeek, Arnhem, NL.

Sonsbeek, Arnhem, NL.

Croft Castle, Croft, Leominster, UK.

Het verhaal bij deze boom.

Komend bij de Tamme Kastanje Allee die een Mile lang is in Croft Castle ging ik op ontdekking uit wat er nog meer was en waarom de allee op eens stopt. Blijkt hij bij een soort afgrond te liggen, en langs die afgrond, staan Tamme kastanjes en Beuken op de rand. Ik klom - met moeite- naar de bodem van de afgrond (20 meter diep, en vol met gevallen bomen) en keek omhoog: geweldig! Bomen die op het randje gegroeid en verankerd zijn. Hoog boven je uittorende stevige wortels van de beuk en Tamme kastanje. Majestueus hoe deze bomen op het randje groeien. Alsof je tegen een muur van een boom aankijkt die boven je uit rijst. Machtig.

GPS: 52°16'50.20"N, 2°48'11.58"W.

Treur beuk, Walcot, Sleaford, Lincolnshire, UK.

Het verhaal bij deze boom.

Rijdend op smalle weggetjes (enkelbaans) door het Engelse landschap, en af en toe een glimp opvangend van het mooie uitzicht door de heggetjes, kom je plotseling tot een halt in een klein plaatsje: Walcot. Hier staat een eeuwen oud kerkje met een spitse stenen toren(Saint Nicolas, het dorp dateert voor 1100AD), en daar naast staat een erg oude treurbeuk. De bladeren en de takken hangen allemaal statig naar beneden als een grote rok. Heel erg groot. Wanneer je door het gordijn van bladeren onder zijn “rok” stapt, zit je in een andere wereld. De oude grafstenen staan naast zijn dikke stam de meest van begin 1800. De dikte van de stam doet je afvragen wat de werkelijke leeftijd van de boom is. 200 jaar zeker. Als je naar zijn top kijkt lijkt het net een groot beest. Je kan je zo de rug van een dinosauriër in beelden. Kaal, bultig en ruw. Ik heb nog nooit zo een treurbeuk gezien.

GPS: 52°54'12.56"N, 0°25'29.99"W.

Midsummer hill, Malvern Hill, Eastnor, Ledbury, Herefordshire, UK.

Het Verhaal bij deze boom.

Het koste me veel moeite om deze specifieke heuvels te vinden, aangezien ze niet op bordjes werden aangegeven. Bij de heuvel aangekomen was er net een rondleiding bezig waar we het aan konden vragen of we goed zaten. Dus de heuvel, een oud fort uit de IJzertijd, op geklommen en goed uitkijken naar oude bomen. De Oude restanten van het fort was vooral de vorm. Er was een aarden ring wal met in het midden en lager gedeelte wat vlak was. Dit alles overgroeid met gras en struiken. Uiteindelijk vonden we deze 12- armige beuk op de aarden wal. Niet eeuwen oud maar wel mooi.

GPS: 52°1'47.04"N, 2°21'10.76"W.

 


mypassionfortrees.nl ©Hanneke de Bruijn. 2008 - 2020. •  Privacy Policy •  Terms of use.